Kenmerken die op school om aandacht kunnen vragen:
Problemen met links of rechts, eu of ue, b of p.
Een beelddenker ziet bij het woord stoel, de stoel in gedachten voor zich. Of de stoel nu achterstevoren op de kop staat: het blijft een stoel.
Als de letters en hun klanken geleerd moeten worden geeft dit problemen. Immers: een b andersom wordt een d, en op zijn kop zelfs een p.
Een overmaat aan oriëntatiefouten (de s wordt een z, de f wordt een v).
Het aanleren van spellingregels en grammatica kost moeite.
Zowel bij taal als rekenen is de koppeling van klank aan letter- en cijfertekens niet altijd geautomatiseerd. Letters en getallen worden vaak omgedraaid en wordt er radend gelezen.
Wegdromen tijdens de uitleg waardoor ze de instructie dreigen te missen.
Uitblinken in tekenen, handvaardigheid, ruimtelijke oriëntatie.
Originele oplossingen zien in moeilijke of ingewikkelde situaties.
Het zijn vaak harde werkers, die van doorzetten weten, ondanks de soms geringe resultaten.